Een Goede Dag
Voor
De Ezel
(Tim Krabbé)
Ik vond het een leuk spannend boek, omdat
er natuurlijk een moord in voorkwam. Ik vond dit boek leuker dan het vorige
boek wat ik las, omdat dit boek wat spannender was.
Samenvatting van de inhoud:
Mischa is een man wiens relatie is stuk gelopen. Hij vindt zijn ex verschrikkelijk en de haat voor haar die door zijn lichaam raast, brengt hem in het stadium haar te willen vermoorden. Hij koopt een pistool. Eerst is hij er bang voor, maar toch gaat hij naar een bos om te oefenen.
In zijn hoofd ziet hij zichzelf al voor zijn ex, Lydie, staan, met zijn pistool getrokken. Haar angst groeiend, bang voor wat komen gaat, bang voor de dood…
In het bos schiet hij op een boom en daar schrikt hij zo van dat hij stopt met oefenen en naar het dorp gaat om een gele muts te kopen en nieuwe schoenen, als vervanging voor zijn doorweekte paar.
In de bus naar huis stappen ook een stel scholieren in. Mischa hoort er twee zeer onbeschoft taalgebruik gebruiken, over wat je eigenlijk met ‘nikkers’ zou moeten doen, enzovoorts. Hij merkt dat ook anderen in de bus zich ergeren aan de praat van de jongens. Maar allen zijn ze laf en zeggen ze niets. Dan begint één van de jongens, Bart Meeuwse, over ‘Viskutje’ te praten. Even later vraagt hij aan een meisje iets voor hen hoe ze ook weer heet en hij zegt dat ze ‘Viskutje’ moet zeggen. Dat doet ze.
Mischa voelt zich ellendig. Om een meisje zo te vernederen, waar anderen bij zijn. Gewoon, in het openbaar… Het was zijn vriendin, dat merkte Mischa.
Wanneer de jongen uitstapt bij een halte volgt Mischa hem en hij volgt hem tot in de straat waar een boerderij, het huis van Bart Meeuwse, staat. Daar spreekt hij Bart aan.
Na een gesprek waarin Mischa zijn pistool uit zijn binnenzak heeft gehaald en waarin Bart dat pistool gezien heeft, schiet Mischa de jongen één keer. Dan hangt hij over hem heen en schiet hij nog eens. Wanneer hij Bart aan de kant duwt, lijkt hij zich vast te grijpen, maar na nog twee schoten glijdt hij de sloot in. Nu hij de moord gepleegd heeft, voelt hij geen haat meer voor Lydie en besluit hij haar niet te vermoorden.
Wybren Fechter krijgt in twee dagen op zijn kantoor twee anonieme briefjes. De één beschreven met de woorden ‘Iedereen neukt Viskutje’. De ander; ‘Viskutje vind het lekker’ (dat staat echt zo in het boek, en ik merkte het op als spellingsfout, het hoort namelijk ‘vindt’ te zijn). Wybren vraagt zich af wie er neukt. Zijn dochter? Zou zijn dochter ontmaagd zijn? Hij bedenkt al allerlei volwassen gesprekken die hij daarover met zijn dochter zou kunnen voeren, als twee gelijken. Maar Viskutje… werd zijn dochter zo genoemd? En dat iedereen?
Hij besluit het haar te vragen, ’s avonds bij het avondmaal, maar ze zegt zo niet genoemd te worden.
De dag erna komt Esther Fechter overstuur thuis. Wanneer Wybren vraagt wat er is zegt ze dat ze wel Viskutje is. Ze huilt en braakt. Wybren troost en huilt mee. Na gedoucht te hebben, vertelt Esther alles. Dat ze het met haar vriend Bart gedaan had. Meerdere keren. En dat hij op een gegeven moment jongens geld had laten betalen om op de zolder door kijkgaten konden bekijken hoe Bart en Esther het deden.
Toen Esther daarachter kwam, maakte ze het uit met hem. Hij wilde echter dat ze bij hem thuis dan die gaten zou komen aanwijzen en dat ze het uit zouden praten. Dat deed Esther, maar de gaten in het plafond waren er niet.
Nadat ze gepraat hadden, wilde Bart het nog een laatste keer doen. Waarna hij vervolgens iets riep en er kwamen toen een paar jongens binnen. Ze deden het allemaal met Esther, om de beurt.
Esther durfde niet te schreeuwen en niet bij Bart weg te blijven, en zo kwam het dat ze meerdere malen door verschillende jongens verkracht werd.
Wybren weet niet wat hij moet doen. Ja, verhuizen, dat sowieso… maar misschien zou hij met Esther een wereldreis kunnen maken. Weg van hier. Weg van Bart en zijn misdrijven.
Mischa is een man wiens relatie is stuk gelopen. Hij vindt zijn ex verschrikkelijk en de haat voor haar die door zijn lichaam raast, brengt hem in het stadium haar te willen vermoorden. Hij koopt een pistool. Eerst is hij er bang voor, maar toch gaat hij naar een bos om te oefenen.
In zijn hoofd ziet hij zichzelf al voor zijn ex, Lydie, staan, met zijn pistool getrokken. Haar angst groeiend, bang voor wat komen gaat, bang voor de dood…
In het bos schiet hij op een boom en daar schrikt hij zo van dat hij stopt met oefenen en naar het dorp gaat om een gele muts te kopen en nieuwe schoenen, als vervanging voor zijn doorweekte paar.
In de bus naar huis stappen ook een stel scholieren in. Mischa hoort er twee zeer onbeschoft taalgebruik gebruiken, over wat je eigenlijk met ‘nikkers’ zou moeten doen, enzovoorts. Hij merkt dat ook anderen in de bus zich ergeren aan de praat van de jongens. Maar allen zijn ze laf en zeggen ze niets. Dan begint één van de jongens, Bart Meeuwse, over ‘Viskutje’ te praten. Even later vraagt hij aan een meisje iets voor hen hoe ze ook weer heet en hij zegt dat ze ‘Viskutje’ moet zeggen. Dat doet ze.
Mischa voelt zich ellendig. Om een meisje zo te vernederen, waar anderen bij zijn. Gewoon, in het openbaar… Het was zijn vriendin, dat merkte Mischa.
Wanneer de jongen uitstapt bij een halte volgt Mischa hem en hij volgt hem tot in de straat waar een boerderij, het huis van Bart Meeuwse, staat. Daar spreekt hij Bart aan.
Na een gesprek waarin Mischa zijn pistool uit zijn binnenzak heeft gehaald en waarin Bart dat pistool gezien heeft, schiet Mischa de jongen één keer. Dan hangt hij over hem heen en schiet hij nog eens. Wanneer hij Bart aan de kant duwt, lijkt hij zich vast te grijpen, maar na nog twee schoten glijdt hij de sloot in. Nu hij de moord gepleegd heeft, voelt hij geen haat meer voor Lydie en besluit hij haar niet te vermoorden.
Wybren Fechter krijgt in twee dagen op zijn kantoor twee anonieme briefjes. De één beschreven met de woorden ‘Iedereen neukt Viskutje’. De ander; ‘Viskutje vind het lekker’ (dat staat echt zo in het boek, en ik merkte het op als spellingsfout, het hoort namelijk ‘vindt’ te zijn). Wybren vraagt zich af wie er neukt. Zijn dochter? Zou zijn dochter ontmaagd zijn? Hij bedenkt al allerlei volwassen gesprekken die hij daarover met zijn dochter zou kunnen voeren, als twee gelijken. Maar Viskutje… werd zijn dochter zo genoemd? En dat iedereen?
Hij besluit het haar te vragen, ’s avonds bij het avondmaal, maar ze zegt zo niet genoemd te worden.
De dag erna komt Esther Fechter overstuur thuis. Wanneer Wybren vraagt wat er is zegt ze dat ze wel Viskutje is. Ze huilt en braakt. Wybren troost en huilt mee. Na gedoucht te hebben, vertelt Esther alles. Dat ze het met haar vriend Bart gedaan had. Meerdere keren. En dat hij op een gegeven moment jongens geld had laten betalen om op de zolder door kijkgaten konden bekijken hoe Bart en Esther het deden.
Toen Esther daarachter kwam, maakte ze het uit met hem. Hij wilde echter dat ze bij hem thuis dan die gaten zou komen aanwijzen en dat ze het uit zouden praten. Dat deed Esther, maar de gaten in het plafond waren er niet.
Nadat ze gepraat hadden, wilde Bart het nog een laatste keer doen. Waarna hij vervolgens iets riep en er kwamen toen een paar jongens binnen. Ze deden het allemaal met Esther, om de beurt.
Esther durfde niet te schreeuwen en niet bij Bart weg te blijven, en zo kwam het dat ze meerdere malen door verschillende jongens verkracht werd.
Wybren weet niet wat hij moet doen. Ja, verhuizen, dat sowieso… maar misschien zou hij met Esther een wereldreis kunnen maken. Weg van hier. Weg van Bart en zijn misdrijven.
Mischa is verhuisd naar Sidney, Australië. Daar leeft hij met Lynda, zijn nieuwe vriendin. Wanneer hij op een dag met haar een wandeling maakt, geeft hij een menselijk standbeeld in de vorm van een ezel honderd dollar. Het voelt goed en het voelt tevens als compensatie voor wat hij denkt te gaan vertellen tegen Lynda. Over de moord. Vanmiddag zal hij het haar vertellen, na haar werk.Hij gaat op een terrasje zitten als zij naar haar werk is.
Na al een hoop landen te hebben bezocht tijdens hun wereldreis, zijn Wybren en Esther nu in Sydney, Australië. De laatste dag dat ze daar zijn, wil Eshter het menselijke standbeeld, vermomt als ezel tien dollar geven. Wanneer Wybren zijn dochter wat tijd voor zichzelf gunt, gaat hij zelf op een terras zitten. Hij zit naast een andere Nederlander.Esther komt na een hele tijd weer terug en Wybren wil dan gaan afrekenen. Esther herkent de Nederlander ze kent de Nederlander. Het is de Man met de Gele IJsmuts, de man die Bart om het leven bracht. Ze bedankt hem daarvoor en ze voelt zich vredig, omdat ze hem eindelijk ontmoet heeft.
Mischa voelt zich opgelucht. Hij hoeft het zijn vriendin Lynda niet te vertellen, van de moord. Esther, heeft hem zelf bedankt. Het is goed zo. Hij sluit het af.
Opdracht G. Interview met Tim Krabbé.
"Hallo meneer Swarts, stel uw eerste vraag maar."
" Zou U misschien wat willen vertellen over hoe uw leven is verlopen?"
"Ik ben geboren in een creatieve familie. Mijn vader en grootvader waren bekende kunstschilders. Mijn broer is acteur en regisseur, en mijn halfbroer een multimediakunstenaar en mijn moeder was filmvertaalster en schrijfster.
Naast schrijven heb ik ook nog andere hobby's, zoals schaken, wielrennen en acteren.''
"Waarom schrijft U?"
"Mijn ouders hadden ook beide grote talenten, dus ik wilde ook iets doen. Dus ik startte met schrijven en ik begon het echt leuk te vinden. En nu heb ik van mijn hobby mijn werk gemaakt."
"Bijna al mijn boeken zijn spannend, dus ik wilde weer een spannend boek maken. En dat is gelukt!"
"Hoe past dit boek bij uw andere werk?
"Al mijn andere boeken zijn ook spannend en voor de leeftijd van 14 jaar en ouder bedoeld, dus ik vind dat dit boek redelijk bij mijn andere werken past."